Een gedicht
Gisteren nog...
Gisteren nog,was ik twintig jaar, 20
Ik amuseerde me in het leven
Ik dacht al de tijd te hebben
Ik wist nog niet dat het leven
soms tussen onze vingers verdwijnt,
Even snel als een greep zand.
Gisteren nog, Was ik dertig jaar, 30
En gans mijn tijd was in beslag genomen
Door de kinderen, ons huis, het werk….De dagen gingen voorbij zonder dat ik
de tijd had om ervan te profiteren.
Het was steeds een koers tegen de klok.
Gisteren nog, Was ik veertig jaar, 40
Ik heb soms niet genoeg tijd gehad om mijn kinderen te zien opgroeien…..
Het werk en de zorgen van alle dagen
Het huishouden, de boodschappen…..
Wat gaat de tijd toch snel…..maar waar brengt hij me ?
Gisteren nog, Was ik vijftig jaar, 50
de kinderen gingen het huis uit om hun eigen leven te leiden…..
en toen werd ik grootvader, grootmoeder.
Ik trachtte te vertragen om mijn tijd
een beetje op mijn eigen manier te beleven.
maar nog steeds het huis en het werk en zoveel andere dingen....
Ik was vlugger moe , en het leven duwde me soms voort
zo dat de morgen aan de avond als het ware vast hing.
Op zestig jaar neem ik de tijd om mijn leven te aanschouwen. 60
Ik neem de tijd nu ik niet meer actief werk.
Eindelijk vind ik soms wat tijd om aan mijn kleine geneugten te voldoen.
Ik weet dat het nu het belangrijkste ogenblik is.
Want morgen blijft onzeker
Eindelijk heb ik geleerd om soms een pauze in te lassen…..
voor de kleine dingetje dat ik vroeger zoveel vergeten was.
Hoe mooi is de tijd als men deze kan zien, als men deze kan voelen.
Als men deze kan knuffelen, ook als we er oud door worden.
We kunnen er niet zonder.
Ja, gisteren nog, Was ik twintig jaar…..
Maar nu weet ik dat mijn tijd nog slechts een uitstel is.
Dat ik nu de tijd moet beleven die mij nog geleend is.
Gisteren was ik twintig jaar.
En pas nu begrijp ik wat tijd betekent.